Vervuiling, vernieling en het beheer van de openbare ruimte. Dit zijn volgens Rotterdammers tijdens de coronacrisis de grootste problemen in de stad. Zo blijkt uit de Omnibusenquête van de afdeling Onderzoek en Business Intelligence (OBI) van de gemeente Rotterdam.
De gemeentelijke afdeling hield steekproefsgewijs een onderzoek onder Rotterdammers tussen de 16 en 85 jaar (respons 30 procent). Hierin is onder meer een vraag opgenomen naar de drie belangrijkste problemen die in Rotterdam met voorrang moeten worden aangepakt.
Het onderzoek vond plaats in verschillende fases van de coronacrisis. Tot en met 15 maart, voor het begin van de intelligente lockdown, vond 46 procent van de ondervraagden criminaliteit, onveiligheid en drugsoverlast nog het grootste probleem. Sinds de eerste intelligente lockdown wordt de veiligheidsproblematiek minder vaak genoemd (40 procent), maar is vervuiling, vernieling en het beheer van de openbare ruimte het grootste probleem (43 procent).
Sinds corona wordt ook de woningproblematiek minder genoemd (28 procent vóór de crisis en 21 procent tijdens de coronacrisis). Ook de verkeersproblematiek werd iets minder vaak genoemd na 15 maart (38 procent), dan daarvoor (39 procent). Ook stegen de zorgen over de Jeugdproblematiek van 11 procent voor de coronacrisis, naar 14 procent na de intelligente lockdown.
Alle reacties van de Omnibusenquête 2020 bij elkaar opgeteld (van voor en na de coronacrisis) laat zien dat criminaliteit nog altijd het grootste probleem is voor de meeste Rotterdammers (43 procent), dan volgt vervuiling (40 procent) en op de derde plaats staat verkeersproblematiek (39 procent).
Vervuiling in de stad is grootste probleem sinds corona
6 November 2020, 09:10 uur
Rotterdam & Regio